II Financiële begroting

II.4 Financiële positie en toelichting

R148

Reserve Europese Programma's Landelijk Gebied

Verloop

2025

2026

2027

2028

2029

Saldo aanvang jaar (1)

-

5.921.704

5.921.704

5.921.704

5.921.704

Begrote onttrekking (2)

-

-

-

-

-

Begrote toevoeging (3)

5.921.704

-

-

-

-

Begrote lasten programma (4)

18.415.143

18.267.004

18.267.004

6.259.238

3.323.709

Beoogde lasten programma (5)

18.415.143

18.267.004

18.267.004

6.259.238

3.323.709

Begrote baten programma (6)

11.615.879

11.519.588

11.519.558

4.068.504

1.661.854

Beoogde baten programma (7)

11.615.879

11.519.588

11.519.558

4.068.504

1.661.854

Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-5-6+7)

5.921.704

5.921.704

5.921.704

5.921.704

5.921.704

Reserve Europese programma’s landelijk gebied

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

Het flexibel kunnen inzetten van de gelden van de Europese programma’s binnen het landelijk gebied waaraan de provincie deelneemt, zoals het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en aanverwante subsidieregelingen, zoals opgenomen in het Nationaal Strategisch Plan (NSP).Met de inrichting van deze bestemmingsreserve willen we:- Het meerjarige karakter van de programma’s financieel borgen;- Begroting en realisatie beter laten aansluiten op het werkelijke kasverloop;- Voorkomen dat onderbestedingen kunstmatig de begroting van het opvolgende jaar verhogen;- De transparantie richting Provinciale Staten vergroten door middelen geoormerkt en traceerbaar te houden;- De continuïteit en doelmatigheid van de uitvoering bevorderen.

Instellingsbesluit

2e actualisatie 2025

Toelichting

De uitvoering van de programma’s kent een onvoorspelbaar kasritme, onder andere doordat de afrekening van subsidieregelingen pas na afloop van een programma plaatsvindt en deels in handen is van uitvoeringsinstanties zoals RVO. Hierdoor ontstaat een risico op onderbesteding, wat leidt tot overheveling van middelen naar volgende jaren. Deze stapeling bemoeilijkt het budgettaire inzicht en vergroot de bestuurlijke druk op latere realisatie.
De vorming van een bestemmingsreserve draagt bij aan de transparantie van de financiële verslaglegging. Middelen blijven herkenbaar geoormerkt voor het programma waarvoor ze bedoeld zijn. In de jaarrekening kan helder worden verantwoord hoe het verloop van de reserve zich verhoudt tot de voortgang van het programma.

Wat zijn we van plan?

Het geld van de verschillende Europese subsidieregelingen, zoals LEADER, GLB-NSP en ANLB, ter beschikking houden voor deze programma's. De verwachting is dat er in 2026 een storting in de reserve zal worden gedaan, omdat de afrekening van subsidieregelingen pas ná afloop van een programma plaatsvindt.

Deze pagina is gebouwd op 09/24/2025 13:07:44 met de export van 09/24/2025 13:02:12