Programma 8 beleidsopgaven | Financiën

Inleiding

Provinciefonds (accres)
Voor de inkomsten uit het provinciefonds gaan wij in de Begroting 2026 uit van de gegevens uit de meicirculaire provinciefonds 2025. Omdat de septembercirculaire nog moet verschijnen, is er nog enige onzekerheid over de inkomsten voor 2026. Wij volgen in de begroting de beschikbare circulaires rond het provinciefonds.
De hoogte van de algemene uitkering hangt grotendeels af van de ontwikkeling van het accres. In de meicirculaire provinciefonds 2025 staat een nieuwe raming van het accres voor 2026 en de jaren daarna. Het accres wordt jaarlijks aangepast op basis van het nominaal bruto binnenlands product (bbp). De financiële gevolgen van de meicirculaire zijn verwerkt in de 2e Actualisatie 2025. Deze gevolgen zijn voor 2025 en 2026 aanzienlijk

Opbrengsten opcenten motorrijtuigenbelasting
Voor de verwachte opbrengsten van de opcenten op de motorrijtuigenbelasting (MRB) gebruiken wij voorlopig de gegevens van de Belastingdienst voor 2025. Deze raming trekken wij meerjarig door. Wij houden voor 2026 en volgende jaren nog geen rekening met eventuele aanpassingen van het tarief. Voor deze jaren wachten wij het Belastingplan 2026 af.

Herijking verdeling provinciefonds
In de Begroting 2026 is nog geen rekening gehouden met een nieuw model voor de verdeling van de algemene uitkering uit het provinciefonds. Bij het opstellen van de begroting waren hierover nog geen definitieve besluiten genomen. Ook het zogeheten "ingroeipad" van het nieuwe verdeelmodel was nog niet vastgesteld. Wij lopen daarom niet vooruit op mogelijke veranderingen. Het doel is om hierover duidelijkheid te hebben bij de septembercirculaire provinciefonds 2025. Dit betekent dat de ramingen in de Begroting 2026 nog onzeker zijn. De ramingen voor de algemene uitkering voor 2027 en latere jaren zijn voorlopig en kunnen nog aanzienlijk wijzigen.

Wat willen we bereiken en wat gaan we doen?

Doelstelling 8.02.01 Duurzame provinciale financiën

De provincie is op dit moment financieel in balans. We zorgen voor producten die horen bij de planning- en controlcyclus. Daarbij voldoen we aan de regels van het Besluit begroting en verantwoording (BBV). Ook houden we onze financiële verordening actueel. Daarnaast voorzien we in onze financieringsbehoefte en zorgen we voor actuele informatie waarmee we kunnen sturen.

Doelstelling 8.02.02 Inzicht in MRB, Provinciefonds, Vennootschapsbelasting, onvoorzien en overhead

De provincie heeft en geeft inzicht in algemene dekkingsmiddelen.

Doelstelling 8.02.03 Inzicht in de ontwikkeling van reserves en voorzieningen

Inzicht in de ontwikkeling van reserves en voorzieningen

Welke feiten en cijfers zijn er?

Zie de kerngegevens en de financiële kengetallen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement.

Met wie werken we samen?

Er zijn geen specifieke samenwerkingen.

Wat mag deze beleidsopgave kosten?

8.02 Financiën		Bestaand beleid 2026	Nieuw beleid 2026	Saldo begroting 2026
Lasten		9.576.450	405.000	9.981.450
	Doelstelling 8.02.01 Duurzame provinciale financiën	42.500		42.500
	Doelstelling 8.02.02 Inzicht in MRB, Provinciefonds, Vennootschapsbelasting, onvoorzien en overhead	9.533.950	405.000	9.938.950
Baten		-272.928.905		-272.928.905
	Doelstelling 8.02.01 Duurzame provinciale financiën	-5.502.425		-5.502.425
	Doelstelling 8.02.02 Inzicht in MRB, Provinciefonds, Vennootschapsbelasting, onvoorzien en overhead	-267.426.480		-267.426.480
Saldo		-263.352.455	405.000	-262.947.455

Toelichting nieuw beleid 2026

Nieuw beleid 2026	2026
B16. Uitvoering Milieustrategie Drenthe, inclusief kennisontwikkeling en onderzoek
Voor de uitvoering van de nieuwe Milieustrategie is structurele versterking van de personele capaciteit nodig. In 2024 was al sprake van een tekort op wettelijke taken. We gaan in de Milieustrategie daarom uit van een groeimodel, om de organisatie de tijd te geven de basis op orde te brengen en zich de nieuwe werkwijze eigen te maken. Vanaf 2025 breiden we stapsgewijs uit om aan nieuwe wettelijke en bestuurlijke verplichtingen te voldoen en willen we inzetten op een sluitende beleidscyclus. Effectief betekent dit een extra personele last van € 350.000,-- voor zowel de resterende collegeperiode (2026 en 2027) als de periode daarna. Wij hebben via de Voorjaarsnota 2025 aan uw Staten voorgesteld het loonkostenbudget met € 350.000,-- per jaar structureel te verhogen vanaf het jaar 2026. Dit bedrag wordt gedekt vanuit de vrije bestedingsruimte.	-350.000
B15. Permanente meetpunten gemotoriseerd verkeer
Als gevolg van de benodigde Europese aanbesteding van de monitoringstaak van permanente meetpunten voor gemotoriseerd verkeer nemen de kosten toe. Na aanbesteding kunnen we het exacte bedrag bepalen, maar vooralsnog houden we rekening met een structurele toename van € 245.000,--. In de Voorjaarsnota 2025 is gemeld dat het huidige budget voor Monitoring ontoereikend is. We stellen voor deze middelen structureel uit de vrije ruimte te dekken.	-245.000
B03. Motie: Onderwegpas (2025-42)
Uw Staten hebben de motie Onderwegpas aangenomen. Daarom reserveren wij voor dit doel in de Begroting 2026 en in de Begroting 2027 ieder jaar € 1.000.000,--. Dit bedrag wordt gedekt uit de Reserve voor algemene doeleinden. De Onderwegpas is een landelijke regeling in ontwikkeling. De regeling maakt het voor inwoners met een minimuminkomen mogelijk om in de daluren met korting of gratis in het openbaar vervoer te reizen. De definitieve vormgeving van de regeling is nog niet bekend. Wij stellen daarom voor deze reservering als stelpost op te nemen in programma 8. Zodra duidelijk is wat de bijdrage van de provincie precies inhoudt, komen wij bij uw Staten terug met een apart voorstel.	1.000.000
Totaal	405.000