Programma 8 beleidsopgaven

Verantwoording personeelskosten

Inleiding

Het betreft hier een technisch beleidsveld om de loonkosten toe te rekenen naar de volgens het BBV verplichte taakvelden. De volledige directe en indirecte personele kosten van de provinciale organisatie worden opgenomen binnen deze beleidsopgave.

Met ingang van deze begroting worden de directe personele kosten extracomptabel inzichtelijk gemaakt bij de overige programma's. Onder het kopje Wat mag dit programma kosten? is per programma een informatieve tabel opgenomen die laat zien welk deel van de directe loonkosten uit programma 8 is toe te rekenen aan de uitvoering van de betreffende beleidsopgave. Deze toerekening is informatief van aard; de lasten worden formeel nog steeds volledig verantwoord binnen programma 8. Deze werkwijze draagt bij aan een beter inzicht in de werkelijke lasten per programma.   

De verhouding tussen de directe personele inzet en de inzet van het ondersteunende personeel wordt gebruikt om het opslagpercentage overhead te berekenen. Deze opslag kan worden toegepast bij bijvoorbeeld samenwerkingen waarbij de provincie haar overheadskosten doorberekent. Het opslagpercentage overhead voor 2026 wordt vastgesteld op 68%.

Wat willen we bereiken en wat gaan we doen?

Doelstelling 8.05.01 Directe personele inzet

Het betreft hier een technische doelstelling om de loonkosten toe te rekenen naar de volgens het BBV verplichte taakvelden.

Doelstelling 8.05.02 Inzet ondersteunend personeel

Het betreft hier een technische doelstelling om de loonkosten toe te rekenen naar de volgens het BBV verplichte taakvelden.

Welke feiten en cijfers zijn er?

Niet van toepassing

Met wie werken we samen?

Niet van toepassing

Wat mag deze beleidsopgave kosten?

8.05 Verantwoording personeelskosten

Bestaand beleid 2026

Nieuw beleid 2026

Saldo begroting 2026

Lasten

76.260.832

957.869

77.218.701

Doelstelling 8.05.01 Directe personele inzet

37.056.291

957.869

38.014.160

Doelstelling 8.05.02 Inzet ondersteunend personeel

39.204.541

39.204.541

Baten

-2.913.904

-2.913.904

Doelstelling 8.05.01 Directe personele inzet

-1.650.000

-1.650.000

Doelstelling 8.05.02 Inzet ondersteunend personeel

-1.263.904

-1.263.904

Saldo

73.346.928

957.869

74.304.797

Toelichting nieuw beleid 2026

Nieuw beleid 2026

2026

B14. Voortzetting inzet Bibob & Ondermijning en pilot vaste post PA Den Haag

Voortzetting inzet op Bibob & Ondermijning
De eerste resultaten en inspanningen op het gebied van Bibob en Ondermijning tonen aan dat een meerjarige aanpak noodzakelijk is om structurele veranderingen door te voeren en blijvende resultaten te behalen. Daarom stellen wij voor om de inzet die in 2024 en 2025 beschikbaar is, met vier jaar te verlengen. Hiermee kunnen we de opgebouwde capaciteit behouden en gericht blijven werken aan een integrale en weerbare overheid.

Voortzetting pilot vaste post Public Affairs in Den Haag
Vanaf 2025 starten wij met een pilot waarin een vaste medewerker Public Affairs structureel aanwezig is in Den Haag. Als deze aanpak effectief blijkt, willen wij deze structureel voortzetten. Vooruitlopend daarop stellen wij voor om de pilot gedurende de resterende looptijd van het huidige coalitieakkoord (tot en met 2027) incidenteel te financieren. Dit biedt ruimte om tijdig te evalueren en zo nodig structurele keuzes te maken.

Conform de afspraken, zoals geformuleerd in de Voorjaarsnota 2025, worden deze uitgaven gedekt uit de Reserve voor algemene doeleinden: € 307.869,-- in 2026 en 2027, € 175.869,-- in 2028 en 2029.

307.869

B07. Drenthe wordt een wolfvrije regio

Om uitvoering te geven aan het beleidsdocument “Aanpak wolf in Drenthe” is extra personele inzet nodig. Dit is noodzakelijk om de verschillende maatregelen, zoals subsidieafhandeling, praktijkonderzoek en participatie in regionale en landelijke afspraken, goed uit te voeren.

Wij stellen voor om voor de personele inzet € 300.000,-- op te nemen, voor de jaren 2026 en 2027. Dit bedrag wordt gedekt uit de Reserve voor algemene doeleinden.

300.000

B16. Uitvoering Milieustrategie Drenthe, inclusief kennisontwikkeling en onderzoek

Voor de uitvoering van de nieuwe Milieustrategie is structurele versterking van de personele capaciteit nodig. In 2024 was al sprake van een tekort op wettelijke taken. We gaan in de Milieustrategie daarom uit van een groeimodel, om de organisatie de tijd te geven de basis op orde te brengen en zich de nieuwe werkwijze eigen te maken. Vanaf 2025 breiden we stapsgewijs uit om aan nieuwe wettelijke en bestuurlijke verplichtingen te voldoen en willen we inzetten op een sluitende beleidscyclus.

Effectief betekent dit een extra personele last van € 350.000,-- voor zowel de resterende collegeperiode (2026 en 2027) als de periode daarna. Wij hebben via de Voorjaarsnota 2025 aan uw Staten voorgesteld het loonkostenbudget met € 350.000,-- per jaar structureel te verhogen vanaf het jaar 2026. Dit bedrag wordt gedekt vanuit de vrije bestedingsruimte.


Daarnaast zijn nog middelen noodzakelijk voor de ontwikkeling van milieuexpertise en milieuanalyse. Ten behoeve van kennisontwikkeling en milieuexpertise hebben wij voorgesteld voor de jaren 2026 en 2027 € 150.000,-- per jaar beschikbaar te stellen. Tot slot hebben wij voorgesteld voor de milieuanalyse in 2027 eenmalig € 100.000,-- beschikbaar te stellen. Deze bedragen worden gedekt uit de Reserve voor algemene doeleinden.

350.000

Totaal

957.869

Deze pagina is gebouwd op 09/24/2025 13:07:44 met de export van 09/24/2025 13:02:12